Beschrijving
Deze fijne theedoek van 100% katoen en 20 papieren servetten zijn aan één zijde bedrukt met het schilderij Stilleven met Bloemen van Jan Davidsz. de Heem.
Stilleven met bloemen (1650-1683)
Stilleven met bloemen in een glazen vaas op een stenen blad. Boeket met o.a. dagbloem, roos (wit, roze), tarwe, fluitekruid, anjer (rood-wit), trosnarcis, slaapbol, tulp (rood-wit), pronkerwt, hondsroos, kamperfoelie, kievitsbloem, Gelderse roos, anemoon (rood) en op de plint een anemoon (rood); verder een atalantavlinder, een rups van psivlinder, een spanrups, kevertjes, mieren en andere insekten, spinnen en een tuinslak.
De VIII in ‘Stilleven met Bloemen VIII’ staat voor het aantal ringen dat gebruikt is om dit schilderij te weergeven: 8 stuks.
Bron: Rijksmuseum
Jan Davidsz. de Heem
Jan Davidsz. de Heem (1606-1683/1684) groeide op in Utrecht en was daar in de leer bij bloemenstillevenschilder Balthasar van der Ast. In 1626 verhuisde de schilder naar leiden. Daar maakte hij monochrome (éénkleurige) stillevens, waarin hij varieerde op één, hooguit twee tinten. Zijn onderwerpen waren vooral muziekinstrumenten en boeken. Na 1631 vertrok De Heem naar Antwerpen. In deze stad werd zijn werk steeds bonter en zwieriger. hij veranderde ook van onderwerp en richtte zich op het weergeven van zowel bloemen als vruchten. Hoewel hij overwegend in Antwerpen woonde, verbleef hij nog regelmatig een periode in Nederland. Zo was hij in 1649 en tussen 1665 en 1672 in Utrecht. Het werk van Jan Davidsz. de Heem was populair, zowel bij kopers als collega-kunstenaars. Ook had hij een groot aantal leerlingen en navoglers, onder wie Abraham Mignon.
Bron: Rijksmuseum
Barok
De kunst en cultuur van de zeventiende eeuw noemt men ‘barok’. De term komt uit Italië. Het was eerst een scheldwoord. Het werd eerst gebruikt om kunstwerken die geen klassieke proporties zouden hebben te kleineren. In de barokkunst is allerlei soorten beweging te vinden. Fysieke, emotionele en spirituele. De symmetrie en verhoudingen van de Renaissance zijn minder duidelijk te zien. De kronkelende vormen, felle kleuren en vaak dramatische contrasten tussen licht en donker zijn meer herkenbaar.
Kunst uit de barok stond open voor politiek gebruik. Ook kwamen er veel sekte gerelateerde conflicten terug in barok. Veel van de meesterstukken zijn de vieringen van macht en spirituele orthodoxie. De barokkunst van de protestantse Republiek der Nederlanden is anders dan die uit het katholieke Italië. Dat komt door de culturele, politieke en religieuze conflicten in dat tijdperk.
Een steeds grotere groep mensen hield van stillevens, genrestukken en landschappen in de barokperiode. Schilders maakten de schilderijen daarom vaak op doeken die in privé-verblijven konden worden opgehangen. Deze ontwikkelingen zijn het beste te zien in de Gouden Eeuw van de Nederlandse kunst. Stads- en zeegezichten, interieurs en stillevens waren nog nooit zo populair geweest.